In het evangelie wordt het woord “vakantie” niet genoemd. Maar er staan wel vakantiegedachten in. We weten dat Jezus heel hard werkte. Hij hielp vooral zieke en arme mensen en preekte over het rijk van God. Maar af en toe had hij als iedereen rust nodig. Even vrij zijn, even…. een soort vakantie. Dan zocht Hij bijvoorbeeld de stilte op in de woestijn of op een hoge berg. Daar kon Hij uitrusten en praten met zijn Vader in de hemel. Hij rustte ook af en toe uit door gezellig bij iemand op visite te gaan. Zo ging Hij op visite bij een paar goede vriendinnen, Maria en Martha. Hij vond het fijn om met hen te praten. Toen Hij echter een keer zag dat Martha maar bleef koken en werken, zei Hij dat ze er maar eens bij moest komen zitten om van elkaars aanwezigheid te genieten. Praten met elkaar, tijd nemen voor een ander, is fijn en belangrijk. Wij denken dat Jezus ook veel van de natuur hield. Er wordt in het evangelie niet gepraat over vakantie en mooie wandeltochten, maar de verhalen en de voorbeelden die Jezus vertelt, laten zien hoezeer Hij om de natuur gaf. Zo praat Hij in zijn verhalen veel over de groei en de bloei van de bomen, over de vogels in de lucht en de bloemen op het veld. Hij vertelt over de rijping van de graankorrel en over het plukken van de aren. Aan water en vissen, aan hemel en blauwe lucht, aan mooie vergezichten, aan alles kon Jezus zijn hart ophalen. * Wij wensen u toe dat u in deze zomertijd de gelegenheid gegeven wordt om volop van God en zijn schepping te genieten. Fijne zomerdagen toegewenst. Kapelaan Rajan
Deze site maakt gebruik van cookies, zodat wij je de best mogelijke gebruikerservaring kunnen bieden. Cookie-informatie wordt opgeslagen in je browser en voert functies uit zoals het herkennen wanneer je terugkeert naar onze site en helpt ons team om te begrijpen welke delen van de site je het meest interessant en nuttig vindt.
Onze volledige privacyverklaring vind je hier